De IJdele Bourgondiër & de ‘steelpan’ ster

door | jan 12, 2018

Aan het begin van een uitvaartbespreking in een gezellig ingerichte woning in Nieuw-Vennep (en voorzien van koffie en gevulde speculaas) stel ik aan de nabestaanden de vraag wie hun dierbare was? ‘Als wij hem met twee woorden zouden moeten omschrijven, dan was het een IJdele Bourgondiër’ vertelt de familie trots.

Op mijn vraag ‘Hoe bedoelt u?’ krijg ik een heldere uitleg. Meneer stond genietend in het leven, was erg gastvrij en kookte graag. En hij was best ijdel. ‘En wat voor werk deed hij?’ vraag ik. De familie vertelt dat hij in de verkoop van mappen zat. Terloops kijk ik in mijn attachekoffer en zie gelukkig dat alle ‘ruggen’ van de mappen in mijn koffer netjes en onbeschadigd zijn.

Als we het tijdens de bespreking over de rouwbrief gaan hebben, vertelt de zoon dat hij graficus is, een foto van zijn zoon (de kleinzoon van de overledene) heeft bewerkt en dat deze afbeelding voorop de rouwkaart mag komen te staan. De weduwe vult de rouwkaartwensen aan met een bijpassend gedicht:

 Bij het stralen van de maan, 

zien wij duizend sterren staan.

De één is groot, de ander klein,

opa welk sterretje zal jij zijn?

 Als wij later op de dag het resultaat van de rouwkaart laten zien vlak voor de uitgeleide van de overledene vanuit Hospice Bardo knikken de familieleden goedkeurend. Ja, de rouwkaart is mooi geworden, precies zoals wij wensten…

Op de dag van de uitvaart zijn er meerdere -erg goede- sprekers. Zijn oud- werkgever haalt aan dat zijn medewerker, toen hij net begon, altijd met de trein kwam en op de vraag waar zijn auto was antwoordde dat die ter reparatie in de garage stond. Die auto was dan goed stuk dacht de werkgever, want na twee maanden proeftijd kwam uit dat meneer helemaal nog geen rijbewijs had, maar inmiddels zo goed functioneerde dat hij niet weg hoefde. In rap tempo werd het rijbewijs behaald en ging meneer -met een auto van de zaak- de weg op ‘het veld’ in.

Toen hij een keer schade had gereden en zijn auto van de zaak bij de reparateur weer gereed was, bracht zijn baas hem naar het autoschadeherstel bedrijf om de auto weer op te halen. Nadien bleef hij wel lang weg en na enige tijd ging de telefoon: had meneer per ongeluk zijn vers gerepareerde & gespoten auto niet vooruit, maar achteruit de garage uitgereden. Alleen vooruit gezien zat de deur en achteruit gezien de muur… Later hebben ze er nog veel schik om gehad.

De zoon en twee zwagers vertellen vervolgens over hun gezamenlijk gezinsvakanties naar Frankrijk. Ze huurden dan vaak een groot huis om met zijn allen in de vertoeven. Gaf meneer een stukje aanrecht, een messenblok en het fornuis en je had ‘geen kind meer’ aan hem. Een zwager verteld boeiend over hun fantasieën die bijna werkelijkheid werden toen ze tijdens een van de vakanties op een vervallen leegstaande boerderij op een heuvel stuitten in Frankrijk. Als mannen droomden & overlegden zij om deze boerderij te gaan kopen met als doel om gestreste managers vanuit Nederland op te gaan vangen en in de watten te leggen. Het ging zelfs zo ver dat ze de bejaarde eigenaar van in de negentig uitnodigden voor een ‘dîner sur place’ (diner op locatie). Ze zouden hem wel ‘inpalmen’ met hun kookkunsten. Alleen toen hij kwam was hij niet alleen, maar had hij zij gewiekste zoon meegenomen en werden het ‘taaie’ onderhandelingen. En toen de koop bijna rond was, hebben de echtgenotes ‘er een stokje voorgestoken’. Die wilden niet naar Frankrijk emigreren. De zwager vertelt het verhaal zodanig, dat iedereen met zijn ogen dicht het idee heeft erbij aanwezig te zijn….

Het mag een waardig afscheid worden en aan het einde van de plechtigheid mag ik verwijzen naar de afbeelding voorop de rouwkaart van zijn kleinzoon wijzend naar de sterren. Vlak voor we de aula verlaten spreek ik ‘en publiek’ uit dat iedereen vanavond maar eens in de lucht moet kijken naar de sterren…

Alle aanwezigen worden uitgenodigd om mee te gaan naar ‘De Jonge Jager’ in Nieuw-Vennep om afsluitend nog een keer ‘Bourgondisch’ te eten & te drinken. De familie staat erop dat wij ook mee gaan en na ‘de sfeer’ geproefd en nog even nagepraat te hebben gaan we richting huis.

En als ik ’s-avonds laat buiten de konijnen van onze kinderen nog even eten geef, kijk ik naar de sterren en denk aan de uitvaart van de ‘IJdele Bourgondiër’ uit Nieuw-Vennep. Welk sterretje zal hij zijn? Het is vast een van die ‘steelpan’ sterren in welke richting ik moet kijken….

(Dit blog en de afbeelding zijn met toestemming van de nabestaanden geplaatst)