Het zou een setting kunnen zijn uit het geheime dagboek van Hendrik Groen ‘Zolang er leven is’. Uitgeleide langs de schoonmaakkar en het oud karton!?
Eind vorig jaar mogen wij een uitvaart verzorgen iets buiten de regio waar wij meestal werkzaam zijn. De overledene woont in een relatief nieuw verzorgingshuis en wordt op haar kamer opgebaard.
Omdat wij in het verzorgingshuis niet bekend zijn vragen wij naar de gang van zaken m.b.t. het verlaten van het huis. Er wordt ons aangegeven een andere lift te nemen als de dichtstbijzijnde omdat we dan de zitjes beneden omzeilen. Tijdens het bespreken van de uitvaart ontvangt de familie ook een folder waarvan wij aannemen dat het over het opleveren van mevrouw haar kamer gaat.
Een paar dagen later brengen wij de lege kist via de hoofdingang naar binnen, lopen langs zes medewerkers die waarschijnlijk pauze hebben en nemen de lift welke een paar dagen eerder is aangegeven te nemen. We worden vriendelijk begroet.
Op de dag van de uitvaart arriveren wij met de rouwauto en parkeren bij de hoofdingang van het verzorgingshuis. Onmiddellijk komt er een vastberaden medewerker, die bij een goederen bestelwagen van het verzorgingshuis voor de deur staat, naar ons toe en sommeert ons te parkeren voor de zij/achteruitgang. “Overledenen mogen hier beslist niet via de hoofduitgang naar buiten uitgeleide gedaan worden” wordt ons aangegeven.
Verbouwereerd stamelen wij dat wij voor de uitvaart van een bewoner komen en twee jaar daarvoor ook via de hoofduitgang zijn vertrokken. En de bestelauto van het huis mag wel goederen via de hoofdingang naar binnen brengen? Er is geen spelt tussen te krijgen. We moeten hier weg!
Boven aangekomen staan al enkele medewerkers klaar voor de uitgeleide op de afdeling. Daar kaarten wij nogmaals in verwarring gebracht aan dat ze het toch niet menen dat de overledene via de leveranciersuitgang voor het laatst het huis moet verlaten? Het hoofd van de afdeling is onvermurwbaar, ondanks ons argument dat wij in alle verzorgingshuizen binnen Haarlemmermeer en Aalsmeer altijd waardig via de hoofduitgang naar buiten gaan. “Jullie vertrekken via de zijuitgang, het is te confronterend voor de medebewoners”.
Omdat we die uitgang überhaupt niet kennen vragen wij aan een medewerker ons de route dan eerst voor te lopen. En dat is maar goed ook: lopend door de steriele gang struikelen we bij wijze van spreken bijna over een schoonmaakkar en bij de buitendeur ligt een stapel karton. Haastig wordt alles weggehaald, maar als wij hier niet naar de route gevraagd hadden, dan had de familie dit allemaal gezien…
Teruglopend naar de kamer, waar de familie in verdriet rond de kist wacht, fluistert nog een andere medewerker ons in het oor dat zij zich schaamt voor de situatie. In de kamer leggen wij ‘met het schaamrood op de kaken’ de familie uit dat hun dierbare voor de laatste keer via de zijkant het verzorgingshuis zal moeten verlaten. We denken even aan mevrouw Stelwagen van de dagboeken van Hendrik Groen… De familie begeleidt de kist naar beneden en als we de lift uitkomen, maakt één van de zoons nog een schijnbeweging richting de hoofduitgang. Somber verlaten wij het huis via de leveranciersingang…
Wat is het triest voor de familie hoe wij letterlijk en figuurlijk de onwaardige gang moeten starten.
Zolang er leven is…