Ontstressen bij ’n Beestenboel

door | sep 15, 2017

Eén van de eerste families die ons het vertrouwen gaf om de uitvaart te mogen verzorgen, was een familie waarbij de terminale persoon om wie het ging ons voor zijn sterven nog wilde spreken. Meneer zijn lust en zijn leven waren alle dieren die op een grote dijk leefden midden in een stuk natuur in de Haarlemmermeer. De toepasselijke naam van de dierenweide is diagonaal in het toegangshek gelast: ’n Beestenboel.

Bij hen thuis aangekomen treffen wij meneer boven in bed aan. “Ik heb voor jullie één voor mij heel belangrijke vraag. Na mijn sterven wil ik dat mijn zoons mij in mijn eigen auto naar het crematorium brengen”. “Geen probleem”, geven wij aan”. “Maar ik wil niet in die auto, maar op de open aanhangwagen erachter” vervolgt hij. Even fronsen wij onze voorhoofden, maar wettelijk gezien mag het dus we knikken bevestigend. “Dan weet ik genoeg en zoek je de rest maar met mijn vrouw en kinderen uit” zegt hij ‘geraakt’. Beneden bespreken wij de verdere wensen…

Een kleine week later komt rond het avondeten de melding van zijn overlijden binnen. Wij laden de besproken kist in de auto en rijden naar de familie. Afgesproken is dat meneer thuisblijft en beneden opgebaard wordt. De echtgenote, kinderen en kleinkinderen zitten aan het avondeten, immers dat moet wel gewoon doorgaan. Wij krijgen de gelegenheid om rustig de opbaring in orde te maken en vragen of het goed is dat wij de lege kist vast in de huiskamer zetten. Dat is geen probleem en bij het binnenbrengen aanschouwen twee kleinzoons in de leeftijd van zo’n 5 en 8 jaar het geheel. Om de overledene, nadat wij hem van boven getild hebben, aansluitend waardig in de kist te kunnen leggen zetten wij de kist in de kamer nabij de trap even op de grond, schudden alvast het kussen van de kist op en gaan naar boven om meneer te halen.

Voorzichtig tillen wij hem, gewikkeld in een stevig laken, de trap af. Zien we beneden dat de jongste kleinzoon in de lege kist is gaan liggen en heerlijk met zijn hoofd op het kussen geheel opgaat in de game op zijn IPad. De familie, in gesprek aan de grote tafel, heeft dit niet opgemerkt en ondanks het grote verdriet is deze aanblik even een ‘ontlaad’ moment en wordt er kort hartelijk gelachen. Verbouwereerd zeggen wij: “vriend, je moet eruit joh, je opa moet erin”. Met een ondeugende ‘big smile’ verlaat hij zijn comfortabele ‘speelplek’ en wij verzorgen piëteitsvol de verdere opbaring.

Op de dag van de uitvaart tillen zijn zoons hem uit huis en zetten de kist met twee nieuwe spanbanden goed vast op de open aanhangwagen. Gezamenlijk wandelen we (de echtgenote, dochter en familie) achter zijn auto & aanhangwagen aan en de zoons in de auto, naar zijn ‘Beestenboel’ op de dijk. De oudste kleinzoon loopt met ons mee voor de auto (die tijdelijk voorzien is van rouwvlaggen) en laat vol trots de sleutel zien waarmee hij het toegangshek van ’n Beestenboel bij aankomst opent.

De auto met aanhangwagen rijdt over het terrein & door de wei en diverse dieren komen nieuwgierig kijken. Een koe snuffelt zelfs aan de kist en wil het geloven of niet, maar een pauw strekt zijn veren… Als we het terrein weer afrijden om naar het crematorium te gaan rapen wij lopend voor de auto een strotouwtje op en emotioneel sluit de oudste kleinzoon daarna samen met zijn oma het hek.

Onderweg verrekken automobilisten hun nek om te aanschouwen wat daar nu rijdt. Bij het crematorium aangekomen parkeert iedereen op de punt van het parkeerterrein en verzamelt zich om de laatste vijfentwintig meter achter de auto met aanhangwagen aan te lopen naar de ingang van het crematorium. Zijn twee kleinzoons stappen in de aanhangwagen en gaan op strobalen naast de kist van hun opa zitten en zachtjes rijden de zoons de aanhangwagen met daarin hun vader en de kleinkinderen richting het gebouw…

Er volgt een ‘warme’ & pure plechtigheid waar de liefde die meneer had voor de natuur en voor dieren naar voren komt, ondersteund met foto’s van zijn Beestenboel. Wij mogen de uitvaart afsluiten en refereren met het opgeraapte strotouwtje aan alle dankbare herinneringen die in de plechtigheid naar voren zijn gekomen. Wij wensen de familie toe dat zij de (stro)draad weer op mogen pakken bij hun verdere leven.

Na de condoleance nemen wij afscheid van dit lieve gezin. De zoons geven aan dat ze het levenswerk van hun vader, zijn ‘Beestenboel’, voort zullen zetten en vragen of wij een keer komen kijken. Wij beloven binnen een jaar langs te gaan daar op die mooie dijk in de Haarlemmermeer.

Er wordt vaak gezegd: de tijd gaat snel en dat realiseerden wij ons twee weken voor het een jaar geleden was dat de meneer van ’n Beestenboel was overleden. Een jaar waarin wij het best druk hadden gehad en dikwijls weinig tijd hadden om even tot rust te komen. Maar belofte maakt schuld, dus wij rijden die zaterdag daarop naar de dijk…

Daar treffen wij de twee zoons aan en voor we het goed en wel beseffen staan wij met imkerpakken aan bij twee grote bijenkasten omringd door wel duizend zoemende bijen. Vol passie laten de gebroeders ons alles zien en we eindigen bij de steiger onderaan de dijk waar hun vader vaak zat en er ook vele barbecues gehouden zijn.

Eigenlijk moeten wij weer door. Druk, druk, druk…

Zegt één van de zoons “Ga nou eens rustig zitten en geniet van de stilte en de natuur!” Wij luisteren en genieten in stilte zittend op de steiger minstens een kwartier van alles wat leeft en beweegt en groeit & bloeit…

Als wij weggaan krijgen wij een ferme klap op onze schouder: “Moeten jullie eens vaker doen, dat ontspannen, stelletje ‘stresskippen!’” En zo verlaten wij ‘met een boodschap’ het erf van ’n Beestenboel om ook onze (stro)draad van het leven verder op te pakken…

(Dit blog en de foto’s zijn met toestemming van de nabestaanden geplaatst)