Tulpen uit Amsterdam
Op een zaterdagmorgen worden wij gebeld. In de plaatselijke hospice is een meneer overleden en wij gaan erheen. Bij de hospice aangekomen horen wij een setting welke wij nog niet eerder mee hebben gemaakt: de moeder van de overledene is ook ernstig ziek en verblijft in hetzelfde hospice. Deze situatie maakt extra indruk. Samen met de familie én de ernstig zieke moeder van de overledene bespreken wij de uitvaart. Wij leren een lieve familie kennen en horen over de roots van de zoon en zijn moeder uit Amsterdam. Al pratende over Amsterdam vernemen wij terloops dat de moeder erg van draaiorgelmuziek houdt.
Op de dag van de uitvaart kan door inzet van de Stichting Wensenambulance de moeder bij de uitvaart van haar zoon aanwezig zijn. Het is ontroerend te aanschouwen hoe zij in de aula, liggend in bed, bij de kist van haar zoon afscheid neemt… Op dat moment is zij sterk & dankbaar aanwezig te kunnen zijn.
Twee weken later overlijdt zij ook en zijn wij weer op weg naar het Hospice. Op kantoor is een idee ontstaan wat wij onderweg wel vijf keer verwerpen en daarna toch weer voornemens zijn om aan de familie voor te stellen.
Wij besluiten bij het hospice om de twee dochters apart te vragen op de gang en ons idee te ontvouwen zodat zij er even over na kunnen denken. Wij vertellen hen dat wij op een USB-stick in de overbrengauto een draaiorgelversie van het lied ‘Tulpen uit Amsterdam’ in de radio gestopt hebben. We ‘peilen’ hoe de familie erin staat als wij hun moeder naar het uitvaartcentrum brengen met deze draaiorgelmuziek aan. Beiden hoeven er niet over na te denken en zeggen volmondig ‘Ja’. Teruggekomen op de kamer kijken de andere familieleden ons verbaast aan? ‘Jullie horen er zo meer over wat wij besproken hebben, vertellen wij’.
En zo doen wij mevrouw uitgeleide vanuit Hospice Bardo. Nadat mevrouw in de auto is gebracht openen we beide cabineramen en zetten het lied -op verzoek- behoorlijk hard aan. Heel rustig rijden we de straat uit, een van ons voor de auto uitlopend en beiden met een toch wel enigszins rood hoofd.
De volgende dag komen wij de rouwbrieven brengen en horen van de familie dat, net nadat wij wegreden, een klein ventje met zijn vader de poort uit kwam lopen. ‘Zijn we nu in de war, maar we hoorden toch de ijscoman?’ De familie, die een stukje had meegelopen achter de overbrengauto aan, ving deze woorden op en moest ondanks hun verdriet even grinniken. Ze moesten eens weten…
Na de uitvaart van mevrouw evalueren wij of alles naar wens is verlopen. We krijgen te horen dat ze één ding heel, heel erg jammer vinden. Weer krijgen wij een enigszins rood hoofd. Wat zou er misgegaan zijn?
“Wij vinden het bijzonder jammer dat wij onze moeder niet hebben kunnen vragen hoe zij het vond om met luide draaiorgelmuziek ‘Tulpen uit Amsterdam’ weggebracht te worden…”
(Dit blog is in overleg en na toestemming van de nabestaanden geplaatst)